De rechten van mijn kind deel 2

HET ZESDE RECHT: De zorg en aandacht voor het kind in zijn eerste zes jaren

De praktische uitvoering

– Leer het kind de Islamitische geloofsleer praktisch aan. Dat betekent de volgende zaken:
o Wie zijn Heer is, Zijn namen en eigenschappen, en waar Hij is;
o Waarom Hij ons geschapen heeft
o Wie heeft ons geleerd hoe wij dit doel kunnen praktiseren, namelijk de Profeet.
o Hoe hij zijn liefde en afschuw moet praktiseren in zijn hart, verstand en ledematen. Zie voor meer informatie: #Een_dagje_uit_met_papa

– Leer het kind Qur’aan te memoriseren. Zie voor meer informatie:#Hoe_memoriseert_mijn_kind_Qur’aan??

– Beide ouders dienen het kind de nodige liefde en barmhartigheid en aandacht te geven, met name de moeder.
o Deze aandacht dient gematigd te zijn in de kwaliteit en kwantiteit.
o De moeder hoort onnodige andere bezigheden te verlaten voor de aandacht aan haar kind, zoals werken buiten huis, bezig zijn met onnodige telefoongesprekken of het opzetten van ruzies met haar man, om aandacht te krijgen. Zodoende hoort de vader ook zijn best te doen om zijn deel van liefde en aandacht te geven.

– Het kind dient structuur en discipline aangeleerd te worden vanaf de eerste maand na zijn geboorte. Dit helpt het kind om controle te hebben op zijn verzoeken en behoeftes, en om deze op de juiste wijze te structureren, waarbij hij geen chaos in zijn leven heeft. De volgende tijden moeten goed gestructureerd worden:
o Eten, aandacht, spelen, leren, concreet communiceren, verzorging en slapen.

– De ouders dienen een goed voorbeeld te zijn voor het kind. Ondanks het feit dat men denkt dat het kind niet begrijpt wat de ouders doen, wordt hij daarmee beïnvloed. Immers imiteert hij hetgeen wat hij waarneemt.

– Het aanleren van algemene ethieken waar het kind zich aan moet houden, zoals:
o dat hij het aannemen en het geven en het eten en drinken middels zijn rechterhand moet doen. Hier dient hij continu aan herinnerd te worden.
o het aanleren van het beginnen aan te kleden en te kammen aan de rechterzijde. Dit is de Sunnah van de Profeet.
o Bij het slapen verbieden op zijn buik te liggen, en hem aanleren te beginnen met slapen op zijn rechterzij.
o Het kind verbieden aan zijn duim te zuigen en op zijn nagels te bijten.
o Leer het kind aan gematigd te eten en drinken, en de gunst ervan te gedenken.
o Het kind moet verboden worden met zijn neus te spelen.
o Leer het kind de ethieken omtrent het eten, zoals:
het zeggen van “Bismillaah” voor het beginnen met eten en drinken
Het eten aan zijn kant
Dat hij niet begint met eten alvorens de oudere begint
Dat hij niet kijkt naar wat en hoe de mensen eten
o Dat hij op de juiste wijze zit tijdens het eten
o Dat hij niet snel gaat eten, en het eten goed kauwt
o Dat hij leert te eten van hetgeen aanwezig is, en niet hetgeen waar hij op dat moment zin in heeft.
o Dat hij leert voor en na het eten en na het ontwaken uit de slaap, zijn handen te wassen.
o Dat hij leert zijn tanden te poetsen. Het beste is met een siwaak.
o Dat hij leert hetgeen hij lief heeft aan eten of spellen, deelt met anderen of volledig geeft aan anderen, zodat hij nobelheid leert.
o Het kind dient aan te leren wat hij moet doen na het niezen, en wat men hem daarom moet antwoorden, en wat hij dan diegene moet antwoorden, en wat hij anderen moet antwoorden als zij geniest hebben en alhamdulillaah hebben gezegd.
o Dat hij aanleert verschillende keren per dag de shahaadah uit te spreken, naast de ochtend en avondgedenkingen.
o Dat hij aanleert dat hij zijn hand voor zijn mond moet houden als hij gaapt, en geen geluid erbij maakt.
o Het kind moet aangeleerd worden een ander op de juiste wijze te bedanken, ook al is het een gelovige. Tegen een ongelovige zegt hij: bedankt of dankjewel. Tegen een gelovige zegt hij “djazaak Allaahu khayran” of “dankjewel”.
o Leer het kind zijn vader en moeder, ooms, tantes, opa’s en oma’s niet bij naam te noemen, en de niet-verwante oudere mensen noemt hij ook niet bij naam, echter zegt hij tegen een moslim man: “3ammou” (oom), en een moslim vrouw “khaala” (tante). Tegen een ongelovige man zegt hij “meneer”, en tegen een ongelovige vrouw zegt hij “mevrouw”.
o Leer het kind op weg niet voor zijn moeder of vader te lopen, en bij het ergens binnenstappen voor hen binnen te stappen, of voor hen te zitten.
o Leer het kind op de stoep te lopen en niet midden op de weg.
o Leer het kind geen vuilnis op de weg te gooien, echter het vuilnis van de weg op te rapen.
o Verbied het kind op de weg te urineren, dit is namelijk een grote zonde.
o Leer het kind op de juiste wijze de salaam te verrichten, o.a. dat het jonge kind aan de oudere met de salaam moet beginnen, en dat de voorbijganger aan de zittende de salaam moet geven, en dat minder mensen aan meer mensen de salaam moeten geven.
o Het kind moet aangeleerd te worden dat hij op de vraag “hoe gaat het met je?” moet antwoorden “alhamdulillaah”
o Leer het kind dat de gehoorzaming aan de ouders en belangrijke essentie is die Allaah tevreden stelt, en dat hij leert de oudere betrouwbare persoon te gehoorzamen in het goede, na de gehoorzaming van zijn ouders (de ouders dienen dan aan hem aan te geven wie hij wel en niet mag gehoorzamen).
o De koppigheid van het kind moet behandeld worden door hem te leren eerst middels mildheid en vervolgens striktheid zich tot de waarheid terug te keren.
o Dat zijn ouders hem bedanken wanneer hij gehoorzaamd heeft, en wanneer de ouders een fout maken, zij deze fout erkennen en recht zetten.
o Het kind mag niet verboden worden te spelen, vooral niet wanneer een spel toegestaan is.
o Het kind moet aangeleerd worden bezitting van een ander niet aan te raken of mee te nemen zonder toestemming van de eigenaar, al is het een snoepje. De ouders mogen daar absoluut niet mild in zijn, door te zeggen “ach, het is maar een snoepje.”

– Het ontwikkelen van een gematigde zelfvertrouwen bij het kind en hem leren verantwoordelijkheid te dragen. Dit doe je middels de volgende zaken:
o Kraak nooit zijn kunde of mening af, en zeg nooit tegen hem “jij zal dit nooit kunnen” of “je bent een mislukkeling” of “jouw vader/moeder heeft het nooit gekund, dus je moet er niet eens aan denken”.
o Als zijn mening onjuist is of hij een onjuiste zaak verricht heeft, leer hem dan wat hij onjuist heeft gedaan en waarom het een onjuiste mening of wijze is, en leer hem hoe hij tot de juiste mening kan komen en deze zaak op de juiste wijze kan verrichten.
o Als hij zegt “ik kan het niet”, dien je tegen hem te zeggen dart hij dat niet moet zeggen, echter dat moet zeggen “ik zal het proberen.
o Leer hem hoe hij op een Islamitische wijze moet denken, in plaats van dat je hem slechts jouw meningen bijbrengt
o Als hij iets nieuws wil verrichten, leer hem dan hoe hij dit moet doen, indien je daar de juiste nodige tijd voor hebt.

HET ZEVENDE RECHT: De zorg van het kind vanaf zijn zevende jaar

De praktische uitvoering

– Alle verplichte kennis die elke moslim hoort te kennen, geleidelijk aanleren. Zie hiervoor: #Leer_je_kind_het_gebed vanaf deel 2.

HET ACHTSTE RECHT: Hem voorzien uit zuivere halaal bezittingen

De praktische uitvoering

– Controleer altijd of jouw inkomsten halaal zijn of niet

– Controleer ook of dat de tijd waarin je jouw inkomsten behaalt, een halaal tijd is, bijvoorbeeld of dat je niet tijdens de djumu3ah jouw inkomsten behaalt, of dat je teveel tijd hebt gespendeerd aan jouw werk waardoor je andere verplichtingen bent gaan verlaten, Het geld dat jij in die tijd hebt binnengehaald, is niet zuiver.

HET NEGENDE RECHT: Leer jouw kind de verplichte aanbiddingen en laat hem hieraan wennen.

De praktische uitvoering

– Zoals het gebed, de siyaam, het geven van rechten aan de ander, de hidjaab
Het tiende recht: De rechtvaardige behandeling van de kinderen
De praktische uitvoering

– Elk kind hoort te krijgen waar hij recht op heeft, afhankelijk van wat hij nodig heeft. Soms betekent dat geen gelijke behandeling, en soms betekent dat wel een gelijke behandeling.

HET TIENDE RECHT: De juiste vriendschap

De praktische uitvoering

– Leer hem hoe hij verschil kan maken tussen goed en slecht. Hierin is de essentie dat hij de loyaliteit aan Allaah heeft
– Leer hem vervolgens hoe hij verschil kan maken tussen goede en slechte vrienden, ook middels de loyaliteit aan Allaah.
o Geef hem aan het begin aan met welke persoon hij wel en met welke hij niet mag omgaan, en waarom dit wel of niet mag.
o Controleer hem in zijn vrienden en zijn omgang met zijn vrienden, en de omgang van zijn vrienden onder elkaar, met hem en met anderen die niet tot zijn vrienden behoren.
o Probeer invloed te krijgen op de verbetering van zijn vriendenkring doordat je hem leert hoe hij kan adviseren omwille van Allaah, en op welke wijze hij met hen om moet gaan, en middels welke richtlijnen hij een vriendschap moet opbouwen en hoe hij deze wel of niet moet behouden.
o Probeer zelf een band te krijgen met zijn vrienden, door meer invloed op hem en hen te hebben.

Einde deel 2.“Hoe kom ik het recht van mijn kind na?”

Leer…praktiseer…geniet…tag…en deel met anderen!!!

met jou like en deling kun je veel beloning verdienen door deze kennis te verspreiden wees niet gierig voor jezelf!!!